Garnalenvissers mogen tot 2045 blijven vissen in natuurgebieden als de Waddenzee. Dat heeft staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) bekendgemaakt. Met deze vergunning komt er een einde aan jaren van onzekerheid en tijdelijke regelingen in de sector. De vergunning geldt voor twintig jaar en is een onderdeel van een bredere afspraak met de visserijsector. Vissers hebben hiervoor onder meer tien procent van hun visuren ingeleverd en investeren in schonere technieken, zoals katalysatoren die stikstofuitstoot sterk verminderen.

Caroline van der Plas, fractievoorzitter van BBB, spreekt van een “doorbraak waar hard voor geknokt is”. Volgens haar is dit een concreet resultaat van het BBB-beleid: meer zekerheid voor voedselproducenten en minder Haagse regels. Ook werkt de partij aan een toekomstvisie voor de garnalenvisserij. Niet iedereen is blij met het besluit. Verschillende natuurorganisaties, waaronder De Waddenvereniging en Natuurmonumenten, zijn eerder uit het overleg gestapt. Zij vinden de looptijd van twintig jaar te lang en willen strengere maatregelen voor natuurbescherming.

Balans tussen visserij en natuur

Volgens staatssecretaris Rummenie is er zorgvuldig gekeken naar zowel het belang van de vissers als de natuur. De vergunning is gebaseerd op een ecologische toets. “De garnalenvisserij hoort bij Nederland, en moet kunnen verduurzamen met steun van de overheid,” aldus Rummenie.